Onterecht ontslag op staande voet? Snelle actie vereist!

Het ontslag op staande voet is het uiterste middel om een arbeidsovereenkomst te beëindigen. De werkgever hoeft geen opzegtermijn in acht te nemen en de opzegverboden, bijvoorbeeld in geval van ziekte, zijn niet van toepassing. Een ontslag op staande voet heeft ingrijpende gevolgen voor de werknemer: zijn arbeidsovereenkomst is per direct beëindigd en hij heeft geen recht op een WW-uitkering.

Regels veranderd
Gelet op de gevolgen van een ontslag op staande voet heeft een werknemer er groot belang bij om het ontslag op staande voet vernietigd te krijgen. De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) heeft de regels rondom de vernietiging gewijzigd. Tot 1 juli jl. kon de werknemer volstaan door binnen zes maanden een briefje aan zijn werkgever te sturen met de mededeling dat hij het ontslag op staande voet vernietigde. Sinds 1 juli 2015 is deze buitengerechtelijke vernietiging niet meer mogelijk.

Strikte termijn van twee maanden

Natuurlijk zal de werknemer in eerste instantie bij zijn werkgever kunnen protesteren tegen het ontslag op staande voet, daarbij bijvoorbeeld verwijzend naar eventuele gebreken rond het ontslag. Heeft protest geen zin, dan moet de werknemer een verzoekschriftprocedure tot vernietiging van het ontslag op staande voet starten (zie artikel 7:681 lid 1 sub a BW). De ruime termijn van zes maanden is echter verleden tijd: het verzoekschrift moet binnen twee maanden na het ontslag op staande voet zijn ingediend (zie artikel 7:686a lid 4 onder a BW). Deze termijn van twee maanden is een vervaltermijn, waarna de werknemer definitief geen beroep meer op de vernietiging van het ontslag kan doen.

Te laat? Geen arbeidsovereenkomst en geen loon
Op 2 oktober jl. deed de Kantonrechter Groningen uitspraak in een kort geding tot loondoorbetaling. De werknemer stelde zich op het standpunt dat sprake was van een onterecht gegeven ontslag op staande voet, zodat de arbeidsovereenkomst niet was geëindigd en hij recht had op doorbetaling van loon. De kantonrechter stelde echter vast dat de werknemer niet binnen twee maanden na het ontslag op staande voet een verzoekschrift tot vernietiging heeft ingediend. De kantonrechter concludeerde dan ook dat de arbeidsovereenkomst definitief is geëindigd en wees de vordering tot betaling van loon af. Nu de arbeidsovereenkomst definitief was geëindigd omdat de werknemer niet op tijd in actie was gekomen, kwam de kantonrechter niet meer toe aan de vraag of het ontslag op staande voet al dan niet terecht was gegeven.

Kortom: bij een ontslag op staande voet is snelle actie van de werknemer vereist!

Koos Janssens
Advocaat Arbeidsrecht
janssens@tenholternoordam.nl

Bericht geplaatst op 4 november 2015 om 16:48

Plaats een reactie